Burgemeester opent samenwerking Eigenwijz en Prinses Irene

Een nieuwe plek, een nieuwe samenwerking. Sinds 10 januari 2022 is kinderdagverblijf Eigenwijz de samenwerking aangegaan met obs Prinses Irene. Met als doelstelling een doorgaande leerlijn voor de kinderen van peuter t/m groep 8 te creëren. Woensdag 26 januari kwam burgemeester Maarten Offinga deze samenwerking openen.

In het kader van de Nationale Voorleesdagen en het thema monsters, waar samen aan gewerkt wordt, zijn de peuters en kleuters de dag begonnen met een monsterlijk ontbijt. Daarna was het tijd voor de grote opening. Burgemeester Offinga opende de samenwerking met het doorknippen van een prachtig lint. Na kort de pijlers van de samenwerking tussen school en peuters te benoemen, was het tijd voor burgemeester Offinga om het boek ‘Maar eerst ving ik een monster’ voor te lezen.

Natuurlijk niet voordat de mooie ambtsketen eens even goed bekeken werd. Noor, een van de peuters en de jarige Lana, een van de kleuters, mochten de ambtsketen zelfs even om. Tijdens het voorlezen van het spannende monsterboek zaten de kinderen op het puntje van hun stoel, want wist u dat burgemeester Offinga fantastisch kan voorlezen?! Na het voorlezen ontvingen alle kinderen ook zelf het boek, want voorlezen is zeer belangrijk voor de taalontwikkeling van ieder kind en moet natuurlijk worden gestimuleerd. Ook overhandigde Bo (peuter) en Lana (kleuter) de burgemeester een prachtig zelfgemaakt monsterboek en een lekkere doos bonbons.

Met de samenwerking willen kinderdagverblijf Eigenwijz en obs Prinses Irene een nieuwe stap zetten richting de toekomst. Het kinderdagverblijf is nu nog gerealiseerd in de school, maar zal een eigen unit krijgen op het schoolplein. De samenwerking zal voorop staan. Activiteiten als koningsspelen, pannenkoeken dag en verschillende thema’s zullen gezamenlijk worden georganiseerd. Ook de overgang van peuter naar kleuter zal door deze samenwerking veel laagdrempeliger worden. Anja (peuterleidster) geeft al aan: “Het voelt hier als een warm bad en je ziet het direct terug in de kinderen”.