Jennette Jansen keerde met twee medailles terug van de Parlympics in Tokio.
Jennette Jansen keerde met twee medailles terug van de Parlympics in Tokio.

Goud en brons voor Jennette Jansen

wo 8 september 2021 Twenterand

Handbikester Jennette Jansen boekte vorige week mooie successen op de Paralympische Spelen in Tokio. Op dinsdag pakte ze een bronzen medaille op de tijdrit, woensdag veroverde ze het goud in de wedwedstrijd. Daarmee pakte ze haar negende en tiende medaille in haar zevende Paralympics.

Achteraf blijkt Jansen haar kansen op het Fuji racecircuit goed te hebben ingeschat. Ze verwachtte al dat het heuvelachtige circuit geen voordeel zou zijn in de tijdrit, waarbij naast ligfietsers zoals zij ook kniebikers deelnemen. “Als je op je knieën zit kun je het hele lichaam gebruiken bij het kracht zetten, in een ligfiets gebruik je alleen je bovenarmen. Dat kan een nadeel zijn in de klim. In die zin is het een ongelijke strijd. Ik had nog wel hoop dat ik misschien wat sneller kon dalen en dankzij het lage zwaartepunt als ligfietser de bochten scherper kon aansturen. Zo zou ik de nadelen misschien wat kunnen compenseren en toch kans maken op het podium. Dat laatste is ook gelukt met een bronzen plak, maar toch was ik meteen na de race teleurgesteld. Na een nachtje slapen kon ik het ook wel weer relativeren en daalde het besef in dat het gewoon een heel goede prestatie is om als ligfietser een podiumplek te halen. Zeker als je ziet dat de andere ligfietsers pas vanaf plaats 8 in de uitslag terug te vinden zijn. Nu realiseer ik me wel dat dit brons is met een gouden randje”.

Puur goud was er een dag later, in de wegwedstrijd. Ook nu verliep de race zoals vooraf was bedacht, al betekent dat niet dat goud vanzelfsprekend was. “Ik hield er rekening mee dat het zou kunnen uitdraaien op een sprint tegen de Duitse Annika Zeyen. Mijn partner drukte me steeds op het hart ‘neem haar niet mee naar de finish, want zij kan sprinten’. Het was dus de bedoeling om vroegtijdig bij haar weg te rijden”. Toch bleef Jansen in de slotfase juist met Zeyen alleen over. “In de laatste klim heb ik alles op alles gezet om toch bij haar weg te rijden en het niet op een sprint te laten aankomen. Dat is gelukt, de laatste vijftig meter heb ik het kunnen vieren”.

Koude douche

Zes keer eerder nam Jansen deel aan de Spelen, maar die in Tokio waren anders dan alle voorgaande. Vanwege corona was de beleving dit keer heel anders: “Veel ingetogener, zonder familie. Je hebt na de race niet de mensen om je heen met wie je close bent en met wie je je emoties kunt delen. Dat is toch een soort van koude douche. Het ontbreken van het publiek vond ik ook het ergste, meer dan ‘het gedoe’ rond corona zelf: het hotel niet uit mogen, altijd moeten aangeven waar je bent, als je wilt trainen moet je dat vooraf aanvragen. Vooraf was ik er wel bang voor dat randzaken belangrijker zouden worden, maar eenmaal daar leef je zo mee in dat ritme. Focussen op de wedstrijden ging ook gewoon net zo goed als anders”.

Parijs is nog ver

Na alle hectiek van de spelen en de feestelijke ontvangst in eigen land is er nu tijd om het rustig aan te doen. Maar niet te lang: over twee weken beginnen de trainingen ter voorbereiden op het nieuwe seizoen. Daarin heeft Jansen onder meer nationale en wereldtitels te verdedigen. En de spelen in Parijs over drie jaar? “Dat is te ver weg om nu al iets over te zeggen. De jongere generatie zegt ‘Tokio was een mooie opstap, maar Parijs is het echte doel’. Als ik 24 was zou ik hetzelfde zeggen. Maar dat ben ik niet, hé? Zolang ik zo fit ben als nu ga ik door, dat bekijk ik jaar voor jaar. Wat ik nu vooral hoop is dat we komend seizoen weer meer wedstrijden kunnen rijden”.

Afbeelding