Natuuravonturen

ma 5 juli 2021

Eens vond ik in mijn schuur een dode vleermuis. Het dier bleek een jonkie aan de borst te hebben. Het leefde nog! Ik ging ermee naar de buurvrouw, die een uitgebreide record heeft van geredde mereljongen en andere zielige dieren. Ze bedacht dat koffiemelk misschien zou helpen. En ja: met wat melk, liefde en goed warmhouden – zoonlief hield hem een tijdje gewoon op zijn lichaam, een enge gedachte in deze tijd van zoönose – wist het arme weesje het nog drie weken vol te houden.


Mooi, dat soort verhalen. Mijn vrouw bijvoorbeeld had als jong meisje een musje grootgebracht, dat met haar meevloog van boom tot boom als ze naar school fietste. Tot hij werd gepakt door de kat van de buren. En zelf vond ik in onze badkamer in de winter eens een salamander. We doopten hem Sally, gaven hem wat schildpadvoer en toen de kou verdween lieten we hem los in een nabijgelegen poel. Ander voorbeeld: een winterkoninkje op ons erf was op zoek naar een geschikte nestplaats. Na wat mislukte bouwsels besloot hij dan maar te gaan kraken. Hij vond een zwaluwnest in de paardenstal en metselde het van boven dicht met een opening aan de zijkant. Hij woonde er een tijd, zong tot we er hoofdpijn van kregen, maar heeft nooit een vrouwtje kunnen verleiden om bij hem in te trekken.


Heeft u misschien ook zo’n natuuravontuur meegemaakt? Waarin u even, hoe kort ook, een band had met een individueel wild dier? Vertel ons uw verhaal! Mail naar natuurkijk@gmail.com. Als we er een aantal hebben, kunnen we die publiceren in deze rubriek.


Nog één dan. Het was rond middernacht, ik liet de hond uit langs een sloot, toen ik een zware plons hoorde. Zaklamp aan: een rat. Maar: dood. En dode ratten plonzen niet. Toen zag ik op de kant naast de sloot een kerkuil zitten. Beteuterd leek hij te denken: daar valt m’n hele diner in het water.


Peter Jansen

Milieuraad Den Ham-Vroomshoop, contact: natuurkijk@gmail.com